woensdag 23 juni 2010

Groene vingers


Eline en ik wisten het eigenlijk allebei al wel: een olijfboom kan best tegen een beetje vorst, maar deze megawinter... Toch bleven we tegen beter weten in iedere keer weer kijken of onze boom al tekenen van leven vertoonde. 
Maart: niks. April: nog niks. Mei: nog steeds niks. Het was duidelijk: onze boom was gaan hemelen. Een treurige stemming maakte zich van ons meester. Het was mijn verjaardagscadeau voor Eline, samen met vrienden en familie bijeengespaard. Het was de bedoeling dat 'ie ons zou overleven.
De krant bericht wel eens van vrijgezelle mannen die jarenlang met hun 
overleden moeder in huis blijven wonen. Ze hebben een bestaan met stank en vliegen verkozen boven een nog hardere realiteit. Zo lieten wij onze boom staan. Tegen beter weten in.
Net zoals ongetwijfeld zo'n vrijgezel wel eens naar zijn vergeelde, perkamenten moeder zit te kijken, zo stond ik laatst weer te talmen bij het boompje. Mijn blik dwaalde over de dorre twijgen en opeens... Opeens zag ik groen! 
Het uiteinde van een tak was blaadjes gaan vormen. Kleine, groene blaadjes. Een paar vingers van deze doodgevroren gewaande boom waren gaan tintelen! Er was nog leven! Er is nog hoop! Wie beschrijft de vreugde die ik in me op voelde wellen... 'Eline, kijk!!!'
Het is nog te vroeg om al te verregaande conclusies te trekken. We weten nog helemaal niet of deze boom verder uit zijn coma ontwaakt. Of de sapstromen overal op gang zullen komen, is nog maar zeer de vraag. Een ding weten we wel: volgende winter staat hij binnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten