zaterdag 30 oktober 2010

Pokkentak

Eline voelde zich niet al te best. Getroffen door een soort Q-koortsvariant bracht ze de laatste vakantiedagen voornamelijk snotterend in het Terschellinger vakantiehuisje door. Haar plotselinge ingeving om vanaf Midsland helemaal over het strand naar Oosterend te wandelen, begreep ik daarom niet helemaal. Het leek me een onzalig voornemen voor iemand die rillerig, koortsachtig en moe is.

Niettemin liepen wij even later langs de vloedlijn. Een straffe herfstwind gierde om ons heen. De branding beukte op het eiland. Eline moest me af en toe over waterige slenkjes tillen; mijn cowboylaarzen bleken niet het meest geschikte schoeisel voor zo’n wandeling.

Na een paar kilometer zagen wij een wonderlijke, gepokte tak uit het strand steken. Een pluimpje van touw/visnet was verstrengeld geraakt aan een uiteinde. Eline besloot het ding mee te nemen. Misschien dat ze er thuis nog iets mee kon…

Het was een lange wandeling. Drie uur later kwamen we aan bij ons huisje. De volgende dag vertrokken we naar Zutphen. De tak ging mee. Hij stonk. Dat was natuurlijk de lijkenlucht van die pokken… De kinderen voelden zich duidelijk niet erg op hun gemak in het OV met een moeder met zo’n stinktak… Zelf had Eline er niet zo’n last van, maar dat kwam waarschijnlijk doordat de wandeling haar verkoudheid nog wat had aangewakkerd.

Het was nog een hele heisa om alle bagage en de tak in Zutphen op onze fietsen te krijgen, maar uiteindelijk kwamen we thuis. De tak staat nu ergens in de schuur. Daar heeft de afgelopen maanden ook een bed in de weg gestaan dat ik bij de kraak had gevonden. Dat bed hebben we maar op laten halen door de Switch. Het zal mij benieuwen waar deze tak z'n laatste rustplaats vindt.

zaterdag 16 oktober 2010

Durf te discrimineren!

Wij leven in een angstig land. We zijn vooral bang voor elkaar: hoe zullen de buren er over denken dat ik zus of dat ik zo... En de buren vonden tot zo'n tien jaar terug dat je niet mocht discrimineren. Ook als het terecht was, hield je je mond.

Ik kan me nog goed herinneren dat ik rechtbankverslagen schreef en daarin een keer de Marokkaanse achtergrond van de dader vermeldde. Daar was men op de redactie niet van gediend. 

Ik verweerde me door te zeggen: het is een feit met nieuwswaarde: het zijn buitengewoon vaak mensen van Marokkaanse afkomst die dit soort feiten plegen! Als het een Hells Angel is, schrijf ik het toch ook op?" 

Nee, het betrof mensen met een Nederlandse nationaliteit en het kòn ècht niet!

Ik had er moeite mee het te begrijpen. Het leek me een serieus probleem met die Marokkaanse jongeren en je kunt pas iets aan een probleem doen als je het eerst erkent.

Maar ik voelde er niet veel voor om een rechts stempel opgedrukt te krijgen, dus ik besloot er na dat ene serieuze debat niet meer over te zeuren. Voortaan stond er gewoon: "een 21-jarige Arnhemmer is veroordeeld voor een overval." Hells Angels, militairen en andere subgroepen waarbij etniciteit niet aan bod kwam, werden nog wel expliciet door mij benoemd. Ik heb er nog wel eens met vrienden over gedebatteerd, maar ook toen waren verbazing en verontwaardiging mijn deel.

We zijn nu jaren verder en ik geef toe: ik discrimineerde. Maar wat is daar nou eigenlijk mis mee? Discrimineren betekent onderscheid maken. Verschillen zien en erkennen. 

Zo zie ik bijvoorbeeld ook dat er verschillende Marokkanen zijn. En ik zie dat er verschillende moslims zijn. Dat verschil ziet de PVV niet.

Ik vrees dat we in Nederland te lang bepaalde verschillen hebben genegeerd. We durfden er niets van te zeggen. We waren bang dat het niet mocht van de buren. Nu hebben we het discrimineren verleerd en zijn we gaan generaliseren. Dat is het tegenovergestelde van discrimineren. 

Ik pleit voor nuance. Neem Wilders de wind uit de zeilen: durf het gewoon te zeggen: er zijn problemen met de integratie. Er zijn veel criminele Marokkaanse jongeren. Er zijn problemen met de integratie. De criminaliteit onder Antilianen is hoog. Niet elke priester is een Christen. Niet elke pedofiel heet Dutroux. De vrouwenrechten binnen de Islam verdienen extra aandacht. De meeste islamieten zijn geen fundamentalisten. Mannen en vrouwen zijn niet hetzelfde.... In hemelsnaam: Durf te discrimineren!

vrijdag 15 oktober 2010

Vakantie

Pauze. Met enige kracht sloeg ik mijn lege koffiebekertje in een ander koffiebekertje, dat … helaas … nog niet leeg was.

Het zat niet zo mee vandaag. Gisteren kon ik de hele wereld aan; blij met mijn baan, blij met Eline, blij met mezelf… Maar vandaag was ik al moe voor de dag was begonnen.

De leerlingen waren uitermate luidruchtig –niet ongebruikelijk voor de vakantie- en halverwege de dag was de afstandsbediening van de beamer weg. Ik denk dat ik weet welke leerling hem meegenomen heeft, maar bewijzen kan ik niets… In ieder geval moest ik het de laatste lessen zonder visuele ondersteuning doen. Nog meer praten, dus. Voor steeds drukkere groepen…

Even later in de trein; eindelijk rust. Even het nieuws bekijken. Net m’n telefoon getrokken, komt de conductrice binnen: kaartjes alstublieft… Ik voelde een enorme ergernis opwellen en moest mezelf bedwingen om niet te roepen: ‘Mens, laat me in godesnaam met rust!!!’

Ja, het is tijd voor vakantie.

donderdag 7 oktober 2010

Demoniseren

Een emotie die je onderdrukt, wordt demonisch. Dat beweert althans Carl Jung; wij moeten ons aanpassen om samen te kunnen leven in deze wereld. Dat vereist soms dat we onze werkelijke, individuele emoties tekort doen. Die emoties laten zich alleen niet onderdrukken. Een tijdje misschien. Maar dan keren ze terug in ons leven op een manier die onze alledaagse pais en vree rottig verstoort.

Sinds ik samenwoon met mijn vriendin en haar kinderen, kom ik de demonen in mezelf nogal eens tegen. Een woede-uitbarsting hier, een slapeloze nacht daar, de onbedwingbare behoefte om iets af te dwingen... en opeens zie ik weer dat jongetje voor me die in machteloze woede een stoel door de klas gooide en daar enorm voor op z’n flikker kreeg… het jongetje dat lag te huilen in de kledingkast en zich niet zo vreselijk aan moest stellen… het jongetje dat een pak op z’n donder kreeg, omdat hij ruzie met z’n zusje zocht…

Dat jongetje wist dat die woede, dat verdriet en die ergernis er niet mochten zijn. Dat jongetje was ik! En ik ben er best wel aardig in geslaagd die gevoelens te maskeren. Ik dacht zelfs dat ze weg waren!

Maar dat had ik toch niet helemaal goed gedacht. Ik ben een volwassen vent en ik heb een maand geleden een gat in een deur geslagen. Om de kinderen mijn slechte voorbeeld te onthouden, heb ik het gat snel met een lieftallige poster van Mucha gecamoufleerd. Maar ik weet wel beter… mijn emoties leven nog. Mijn verdriet, teleurstelling en boosheid zitten daar nog ergens en ik weet dat het geen zin heeft ze de kop in te drukken. Ze moeten uitrazen en uithuilen.

Ik moest door het gedoe met Wilders weer eens denken aan Janmaat. Die racist uit de tijd dat racisme niet mocht. Ik zag hem in gedachten weer voor me. Met zijn vettige haar en die mond met altijd net iets te veel speeksel. Ik zag weer hoe hij werd bekogeld met tomaten. Hoe hij in elkaar werd gemept vanwege zijn mening… Zo’n mening wilden wij niet. Zo’n mening mocht niet. Zo’n mening hoorde in ons land niet thuis. En Godzijdank ging Janmaat dood.

Maar nu is hij terug. XL. Dit keer met een droge mond en een blonde kuif. En ik begin langzaam te beseffen dat het geen zin heeft om hem weer terug te duwen.

zondag 3 oktober 2010

Feestje

Met een blik alsof we er wel iets te zoeken hadden, struinden Rick en ik de Rijnhal in. Vriendelijk knikte ik naar de bewaking en ik groette het garderobepersoneel. Niemand die ons tegenhield. Niemand die iets vroeg. Rick stootte mij aan met een voldane grijns. 'Dit is historisch, jongen. En wij zijn erbij! Waar is Nico eigenlijk?'

Ja, waar was Nico? Bij de ingang liep hij nog achter ons. Terwijl wij neerstreken op de tribune ging de telefoon. Nico had de bewaking niet om de tuin kunnen leiden: 'Blijven jullie maar binnen, zoiets maak je nooit meer mee!'

Aanvankelijk voelde ik me een ongepaste indringer op dit CDA-congres. Alsof ik bij een vreemd echtpaar in de kledingkast zat terwijl zij naakt in de sponde lagen te ruziën. Maar dat gevoel maakte al snel plaats voor een gevoel van 'wat kan ons nou gebeuren?!'

De sfeer was voelbaar geladen. Voor- en tegenstanders zaten zij aan zij. Bij de microfoons in de zaal werden emotionele oproepen gedaan. Meer tegen regeringsdeelname dan voor. De voorstanders kregen weliswaar een luider applaus, maar verder hield men zich op onze tribune redelijk op de vlakte. In deze partij was men duidelijk niet gewend het openlijk met elkaar oneens te zijn.

Ricks houding wekte dan ook alom bevreemding. Na vurige pleidooien van tegenstanders sprong hij uitzinnig klappend op, soms als een lid van het lagerhuis luid roepend: 'hear, hear!' dan weer uitzinnig als dominee van een Afro-Amerikaanse baptistengemeente: 'halleluja!!!' Sommigen moesten er om lachen. Een man achter Rick zei: 'jij durft tenminste voor je mening op te komen!' Twee dames voor hem stonden na een paar geërgerde blikken op en vertrokken. Ook anderen wierpen scheve blikken. Maar Rick hield stand.

Eén keer maande ik mijn mede-demonstrant benepen tot wat minder uitzinnigheid, maar daar was hij niet van gediend: "Jíj zei dat we gingen demonstreren! Kom op man!'' En hij had natuurlijk gelijk, we waren hier niet voor niets. We spraken die middag nog met wethouders, burgemeesters en andere actieve CDA’ers en staken onze hartstochtelijke afschuw over deze onchristelijke samenwerking met Wilders niet onder stoelen of banken.

'Zijn jullie eigenlijk wel CDA-lid?' werd ons een paar keer gevraagd. Ik was blij dat ik het niet was. Het was een veilige plek voor ons. Wij dreigden onze partij niet kwijt te raken. Wij waren van meet af aan al ‘dissidenten’. Het was een voorrecht om erbij te zijn. Het was een prachtig, boeiend drama dat zich voor onze ogen voltrok. Maar voor heel veel aangedane mensen was het meer dan dat. Velen waren al sinds de oprichting lid van het CDA. Dat maakte het toch wat wrang. Onze aanwezigheid voelde daardoor uiteindelijk voor mij toch wat ongepast.

Maar het kon ongepaster; Maxime Verhagen noemde de bijeenkomst direct na de stemming een ‘feest’.