zondag 3 oktober 2010

Feestje

Met een blik alsof we er wel iets te zoeken hadden, struinden Rick en ik de Rijnhal in. Vriendelijk knikte ik naar de bewaking en ik groette het garderobepersoneel. Niemand die ons tegenhield. Niemand die iets vroeg. Rick stootte mij aan met een voldane grijns. 'Dit is historisch, jongen. En wij zijn erbij! Waar is Nico eigenlijk?'

Ja, waar was Nico? Bij de ingang liep hij nog achter ons. Terwijl wij neerstreken op de tribune ging de telefoon. Nico had de bewaking niet om de tuin kunnen leiden: 'Blijven jullie maar binnen, zoiets maak je nooit meer mee!'

Aanvankelijk voelde ik me een ongepaste indringer op dit CDA-congres. Alsof ik bij een vreemd echtpaar in de kledingkast zat terwijl zij naakt in de sponde lagen te ruziën. Maar dat gevoel maakte al snel plaats voor een gevoel van 'wat kan ons nou gebeuren?!'

De sfeer was voelbaar geladen. Voor- en tegenstanders zaten zij aan zij. Bij de microfoons in de zaal werden emotionele oproepen gedaan. Meer tegen regeringsdeelname dan voor. De voorstanders kregen weliswaar een luider applaus, maar verder hield men zich op onze tribune redelijk op de vlakte. In deze partij was men duidelijk niet gewend het openlijk met elkaar oneens te zijn.

Ricks houding wekte dan ook alom bevreemding. Na vurige pleidooien van tegenstanders sprong hij uitzinnig klappend op, soms als een lid van het lagerhuis luid roepend: 'hear, hear!' dan weer uitzinnig als dominee van een Afro-Amerikaanse baptistengemeente: 'halleluja!!!' Sommigen moesten er om lachen. Een man achter Rick zei: 'jij durft tenminste voor je mening op te komen!' Twee dames voor hem stonden na een paar geërgerde blikken op en vertrokken. Ook anderen wierpen scheve blikken. Maar Rick hield stand.

Eén keer maande ik mijn mede-demonstrant benepen tot wat minder uitzinnigheid, maar daar was hij niet van gediend: "Jíj zei dat we gingen demonstreren! Kom op man!'' En hij had natuurlijk gelijk, we waren hier niet voor niets. We spraken die middag nog met wethouders, burgemeesters en andere actieve CDA’ers en staken onze hartstochtelijke afschuw over deze onchristelijke samenwerking met Wilders niet onder stoelen of banken.

'Zijn jullie eigenlijk wel CDA-lid?' werd ons een paar keer gevraagd. Ik was blij dat ik het niet was. Het was een veilige plek voor ons. Wij dreigden onze partij niet kwijt te raken. Wij waren van meet af aan al ‘dissidenten’. Het was een voorrecht om erbij te zijn. Het was een prachtig, boeiend drama dat zich voor onze ogen voltrok. Maar voor heel veel aangedane mensen was het meer dan dat. Velen waren al sinds de oprichting lid van het CDA. Dat maakte het toch wat wrang. Onze aanwezigheid voelde daardoor uiteindelijk voor mij toch wat ongepast.

Maar het kon ongepaster; Maxime Verhagen noemde de bijeenkomst direct na de stemming een ‘feest’.

1 opmerking: