maandag 15 februari 2010

Grote onthufterdag

Het verbaasde me helemaal niet toen ik laatst in de krant las dat instanties mensen ontraden om huftergedrag te corrigeren. Zelf beperk mijn opvoedende taken liefst tot binnen de muren van een schoolgebouw, maar mijn vriendin is een stuk onbesuisder. Ze spreekt soms zomaar mensen aan die de publieke ruimte als vuilnisbak gebruiken.

Deze zomer nog toen een meisje vanaf een scooter haar lege flesje AA-drink op het trottoir wierp. ‘Gooi het daar maar neer, joh!’riep mijn vriendin. Hetgeen haar op een ‘Ach houd je bek, kutwijf’, kwam te staan. Nu kan mijn vriendin best wel eens een kutwijf zijn, maar dan is het nog altijd wel mijn kutwijf en als iemand anders haar zomaar kutwijf noemt, dan vind ik zo’n persoon per definitie een erger kutwijf dan mijn vriendin ooit een kutwijf kan zijn.

Het advies om hufters niet aan te spreken begrijp ik dus goed. Waarschijnlijk zou onze wetgever zelfs verder moeten gaan: ‘Corrigeren van huftergedrag kan belediging, de dood of ernstig letsel ten gevolg hebben’ zou achterop iedere scooter moeten staan…of: ‘Hufters corrigeren, begin er niet aan.’

Ik begrijp het advies, maar toch had ik liever de oproep gehoord om huftergedrag wél te corrigeren.

Het is vandaag warmetruiendag. Iedereen wordt gestimuleerd een warme trui aan te doen en de verwarming lager te zetten. Ik pleit voor de grote onthufterdag. ‘Neem vandaag een knuppel mee en spreek iedere hufter aan op zijn misdragingen.’

Hoe het advies om hufters niet te onthufteren tot stand is gekomen, weet ik eigenlijk niet. Ik neem aan dat men aan de hand van aangiftes bij de politie heeft geconstateerd dat het riskant is. Bedenkelijk, eigenlijk. Er is vast geen database die bijhoudt hoeveel mensen géén klappen krijgen als ze iemand wijzen op asociaal gedrag.

De zangeres van mijn band vertelde dat ze laatst benauwde ogenblikken had meegemaakt in een wachtruimte op het station. Ze zat daar met haar zoontje terwijl een vervaarlijk ogende jongere een peuk opstak. Ze had er last van, maar buiten was het koud. Ze schraapte dus alle moed bijeen en zei: ‘zou je die sigaret misschien buiten op willen roken?’

De jongen had haar indringend aangekeken en gezegd: ‘Nou, als jij daar last van hebt, … dan doe ik dat!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten