zondag 4 juli 2010

Kankerhitte


Mijn tolerantiegrens was laag vanochtend. Hij schommelde ergens rond PVV-niveau. Mijn fiets was de avond daarvoor gejat en ik had de nacht onvrijwillig in een ander bed doorgebracht. Omdat de treinen naar Zutphen niet reden moest ik bij mijn zusje blijven overnachten.
De grootste boosdoener van mijn korte lontje was evenwel het weer. Door de hitte had ik waardeloos geslapen. Nu zat ik in de trein en voelde me alweer gevangen door een plakkerige warmte waaraan geen ontkomen mogelijk was. Ik zou vandaag niet veel gaan pikken. Geen moeilijke vragen en geen gezeik.
Al gauw bleek dat ik niet de enige was die het moeilijk had. De hitte - te veel bier gedronken na Nederland-Brazilië - de oorzaak wist ik niet… Maar opeens werd de bedompte atmosfeer in de coupé uiteengereten door een scherpe, overslaande mannenstem:
‘IS HET NOU VERDOMME AFGELOPEN MET DAT GEPRAAT OVER WIE ER ALLEMAAL AAN KANKER ZIJN DOODGEGAAN?! MIJN DAG BEGINT PAS!’
Ik kon de moeite niet opbrengen om te kijken wie de kankerpraat zo beu was. 
Ik had ook geen zin om te kijken wie er hadden zitten kankerpraten. Twee oude dametjes, stelde ik me voor...
Hoe ook: het werd stil in de coupé. Heel stil.
En het bleef warm. Erg warm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten