zaterdag 1 augustus 2009

Vlieland/ Mezelf zien















Een bril is een onhandig verlengstuk van je ogen op een winderig strand. Ik heb altijd een ambivalente verhouding gehad met mijn prothese, maar hier op Vlieland vergroten de voor- en nadelen zich uit. Enerzijds is er erg veel horizon waaraan zich van alles aftekent wat ik scherp wil zien; anderzijds vormen zich hinderlijke zoutafzettingen die dat verhinderen.

In het begin van mijn brilschap droeg ik het ding maar zelden. Onder invloed van allerlei esoterische lectuur zag ik mijn handicap als een poging van de natuur om me dichter bij mezelf te brengen. Ik vreesde bovendien dat de natuur harder haar best zou doen om dat resultaat te bereiken wanneer ik haar stille hints met optische hulpmiddelen zou dwarsbomen.

Daarnaast zaten er voordelen aan een afnemend gezichtsveld; ik werd opeens minder afgeleid door aantrekkelijke vrouwen en de vrouwen die ik wel waarnam, zagen er allemaal prachtig geretoucheerd uit.

Een ander groot voordeel van een afnemend gezichtsveld bleek in de volgende situaties: iedereen kent dat ongemakkelijke gevoel tussen elkaar zien en elkaar groeten. Je ziet die bekende al honderd meter aankomen en hij/zij jou ook, maar wat doe je in de tussentijd?! Ik zag kennissen nu pas op het laatste moment voor me opduiken. Dankzij de vergankelijkheid voelde ik me begiftigd met nieuwe momenten van onbevangenheid.

Allengs is mijn honger naar veelzien echter weer toegenomen en hier op het strand ervaar ik het als ronduit storend dat the sky niet langer the limit is. Mijn wereld is teruggebracht tot mezelf, zand, schelpjes en vage contouren. Ik zie hier beter zonder bril.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten